Lijst van alle houtbouw instrumenten

Bij nationale aanbestedingen gelden er voor overheden minder regels dan bij Europese aanbestedingen. Met deze vrijheid kunnen overheden de procedure inrichten om houtbouw te stimuleren.

Het aangaan van een convenant is een goede manier om de betrokkenheid van een brede en diverse groep partijen te waarborgen en samen te werken aan het stimuleren van houtbouwprojecten.

Gemeenten mogen in convenanten op basis van gelijkwaardigheid meer afspreken dan in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is vastgelegd. In het convenant kan houtbouw opgenomen worden.

De gelijkwaardigheidsbepaling maakt het mogelijk af te wijken van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), de omgevingsverordening of het omgevingsplan waardoor je als gemeente circulaire keuzes kunt bevorderen.

Andere overheden hebben meer mogelijkheden om bij gronduitgifte houtbouw voor te schrijven dan gemeenten.

Het heffen van groene leges voor vergunningaanvragen kan een financiële prikkel zijn voor partijen om tot houtbouw over te gaan.

Met welstandscriteria kan het gebruik van hout bij de bouw van een bouwwerk worden voorgeschreven in het omgevingsplan.

Door het gebruik van een raamovereenkomst als inkoopinstrument kunnen overheden ambitieuze afspraken overeenkomen zoals de toepassing van houtbouw.

Met de m.e.r. wordt overzichtelijk in beeld gebracht welke mogelijkheden en kansen er zijn om de leefomgeving te verbeteren. Noodzakelijke maatregelen uit het MER zijn bindend.

Bij een aanbesteding voor een houtbouwproject kun je eisen dat alleen partijen met bepaalde certificaten of ervaring hebben met (circulaire) houtbouwtechnieken of -projecten in aanmerking komen voor de opdracht.

Door houtbouw op te nemen in de gemeentelijke omgevingsvisie wordt het onderdeel van de ambities en het beleid van de gemeente.

Door houtbouw op te nemen in de nationale omgevingsvisie wordt het onderdeel van de ambities en het beleid van het Rijk en van de decentrale overheden.

Door houtbouw op te nemen in een omgevingsverordening kan de provincie bindende regels voor houtbouw opleggen aan de gemeenten.

Door houtbouw op te nemen in de provinciale omgevingsvisie wordt het onderdeel van de ambities en het beleid van de provincie.

Door houtbouw op te nemen in een omgevingsplan kan de gemeente regels opleggen voor het inrichten, beheren en gebruiken van houtbouw

Door middel van een omgevingsprogramma kunnen het Rijk, de provincie en de gemeente juridische instrumenten bundelen. Zo kunnen doelstellingen met betrekking tot houtbouw effectiever en sneller worden behaald.

Door de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG-score) van het gebouw als subgunningscriterium te gebruiken, kan houtbouw via gronduitgifte worden gestimuleerd.

Als je technische specificaties opneemt in een tender dan betekent dit dat alleen aanbiedingen die aan de specificaties voldoen, in aanmerking komen voor het winnen van de tender.

In tenderbeleid kan een decentrale overheid het voornemen vastleggen om in toekomstige tenderprocedures criteria over houtbouw op te nemen.

Als aanbesteder kan je kiezen uit verschillende aanbestedingsprocedures. Een van deze procedures is de concurrentiegerichte dialoog. Die procedure biedt uitkomst bij behoefte aan een innovatieve oplossing.

Bij een aanbesteding op basis van een innovatiepartnerschap stimuleer je de markt om nieuwe bouwtechnieken te ontwikkelen. Zo kunnen verschillende type houtbouwoplossingen worden verkend en ontwikkeld.

Bij een aanbesteding op basis van de mededingingsprocedure met onderhandeling is er ruimte om met de markt oplossingen te verkennen. Zo kunnen verschillende houtbouwoplossingen worden verkend en ontwikkeld.

De gemeente kan via onteigening strengere eisen stellen aan houtbouw en de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) bij nieuwbouw- en verbouwprojecten.

In het omgevingsplan kan de gemeente opnemen dat het verboden is om bepaalde activiteiten te verrichten zonder vergunning. Houtbouw kan als voorwaarde gesteld worden voor het verlenen van de vergunning.

Overheden kunnen houtbouw stimuleren door partijen te selecteren die ervaring met houtbouw hebben.

Met een beeldkwaliteitsplan kan het gebruik van hout voor de inrichting van een kavel en de buitenkant van een gebouw worden voorgeschreven.

Door houtbouw op te nemen in maatwerkvoorschriften voor bestaande bouwwerken kan de gemeente regels voor houtbouw opleggen die strenger zijn dan het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).

In maatwerkvoorschriften kan een gemeente bij een sloopmelding voorschrijven dat er gescheiden moet worden in meer materiaalgroepen dan wettelijk verplicht is.

Door middel van een meldingsplicht voor houtafval krijgt de gemeente inzicht in het beschikbare gerecyclede hout.

Door sloopmeldingen krijgt de gemeente inzicht in de hoeveelheid hout die beschikbaar is voor hergebruik in de bouw. Hierdoor kunnen vraag en aanbod beter gereguleerd worden.

Door middel van het voorkeursrecht kan een gemeente gebouwen opkopen. Deze gebouwen kan de gemeente vervolgens circulair aanbesteden en daarbij houtbouw als eis toevoegen aan de aanbesteding.

Een keurmerk geeft meer zekerheid dat een houtbouwproject van de gewenste kwaliteit is en dat het gebruikte hout duurzaam geproduceerd is. Dat bevordert circulariteit.

In een aanbesteding kan meer circulariteit worden uitgevraagd via de bijzondere uitvoeringsvoorwaarden. Bijvoorbeeld door te eisen dat de gebruikte materialen bij houtbouw worden gerecycled.

Een opdracht voor het realiseren van eigen vastgoed, gebeurt normaal via een inkoopprocedure of aanbesteding. De kans op realisatie van houtbouw is groter bij subgunningscriteria gericht op levenscycluskosten.

Subgunningscriteria bij een inkoopprocedure of aanbesteding die gericht zijn op belonen van houtbouw, vergroten de kans dat de winnende inschrijver houtbouw realiseert.

Door het wijzigen van grondbeleid kan meer ruimte worden geboden voor instrumenten waarmee houtbouw kan worden bevorderd.

In een HIOR kan houtbouw worden voorgeschreven als te gebruiken materiaal voor de inrichting van de openbare ruimte, zoals straatmeubilair of de aanleg van een weg.

Met een experimenteerbepaling kunnen gemeenten tijdelijk van de Omgevingswet afwijken, waardoor sturen op houtbouw mogelijk is.