Voer een reclameverbod in tegen fast fashion
Weer reclame voor fast fashion in de buitenruimte door een reclameverbod.
Hoe pas je een reclameverbod toe?
De exploitatie van onder andere abri’s, mupi's en lichtmasten die worden gebruikt voor reclame, wordt geregeld via een concessieopdracht.
Anders dan bij een reguliere opdracht bestaat de tegenprestatie van de aanbesteder hierbij niet uit betaling, maar uit het recht om een werk, dienst of levering te exploiteren, in dit geval het ophangen van reclame. In de aanbestedingsdocumenten moet je opnemen welke eisen en voorwaarden gelden bij de uitvoering van de concessieopdracht.
Daarnaast wordt een concessieovereenkomst opgesteld. De concept-concessieovereenkomst en het programma van eisen worden gelijktijdig met de aanbestedingsleidraad gepubliceerd zodat de inschrijvers hun inschrijving en hun exploitatiemodel kunnen afstemmen op die eisen en voorwaarden.
Bij het doen van een inschrijving verklaart de inschrijver zich akkoord met alle aanbestedingsdocumenten (en dus alle voorwaarden en eisen). In de voorwaarden en eisen kun je opnemen dat het maken van reclame voor fast fashion niet is toegestaan.
Je kunt eventueel ook een lichtere maatregel opnemen in een concessieovereenkomst voor reclame over fast fashion. Zo kun je in de concessieovereenkomst de verplichting opnemen dat reclame voor fast fashion een disclaimer moet bevatten over de nadelige gevolgen voor het milieu. Dit kan bijdragen aan het verminderen van de consumptie van textiel doordat consumenten bewuster worden van de impact van hun keuzes.
Uit de praktijk
In Nederland is nog geen reclameverbod voor fast fashion ingevoerd. Er bestaan wel voorbeelden van gemeenten die geen reclames voor vlees toestaan:
- De gemeente Bloemendaal heeft in een concessieovereenkomst vastgelegd dat geen reclames voor vlees, zuivelproducten of producten met fossiele brandstoffen als energiebron geplaatst mogen worden.
- Op 19 december 2022 heeft de provincie Noord-Holland een motie aangenomen waarin een verbod op reclame voor vlees, vis en fossiele producten is voorgesteld. Op deze manier wil de provincie duurzaam voedsel bij de consument stimuleren, onder meer omdat de impact van plantaardige producten vele malen lager is dan die van dierlijke producten.
Voorwaarden
Een reclameverbod schuurt tegen het recht op vrijheid van meningsuiting aan. Als een reclameverbod in een concessieovereenkomst kan worden aangemerkt als een inbreuk op het recht op vrijheid van meningsuiting, dan moet de overheid een belangenafweging maken.
In de belangenafweging moet enerzijds het recht op vrijheid van meningsuiting worden gewogen en anderzijds het recht op leven, dat door klimaatverandering in het geding komt.
De overheid moet goed kunnen toelichten hoe zij de betrokken belangen heeft afgewogen en hoe zij de precieze omvang van het reclameverbod rechtvaardigt. De overheid kan bijvoorbeeld wijzen op haar zorgplicht om beleid te maken om schadelijke CO2-uitstoot en overmatig afval te reduceren.
Een eventuele inbreuk op de vrijheid van meningsuiting is toegestaan als hiervoor een rechtvaardigingsgrond bestaat. Bijvoorbeeld:
- De inbreuk heeft een wettelijke grondslag. Regelgeving op lokaal niveau, zoals de Plaatselijke Verordening en beleidsregels kunnen ook worden aangemerkt als wettelijke grondslag als zij voldoende toegankelijk en voorzienbaar zijn;
- De inbreuk dient een legitiem doel. Zoals het bijdragen aan beleid ter bescherming van de publieke gezondheid en de rechten van anderen;
- De inbreuk is proportioneel en noodzakelijk in een democratische samenleving.
Juridische toelichting
In de Aanbestedingswet 2012 is in Deel 2a een wettelijke regeling opgenomen voor concessieopdrachten.
Lees meer over de mogelijkheden van decentrale overheden om ongewenste reclame te weren.
Rechtsgebied | Privaatrecht > Contracten |
Citeertitel | Aanbestedingswet 2012 |
Artikel | 2a.1 |
Geldig vanaf | TBD |