In het omgevingsplan kan de gemeente locaties aanwijzen waar het is toegestaan om circulaire activiteiten uit te voeren, zoals het oprichten van een voedselhub, moestuinen of een pluktuin. Door het expliciet toestaan van circulaire activiteiten op locaties, worden eigenaren van die locaties uitgenodigd om hun grond voor deze activiteiten te gebruiken.
In het omgevingsplan kunnen ook algemene regels of andere instrumenten worden opgenomen:
Het omgevingsplan is een nieuw instrument. Vooruitlopend op de Omgevingswet is geëxperimenteerd met het omgevingsplan, ‘het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte’ genaamd. In onderstaande voorbeelden is dit bestemmingsplan onder meer ingezet voor het tegengaan van voedselverspilling.
Op grond van artikel 2.4, eerste lid, Omgevingswet moet de gemeenteraad een omgevingsplan vaststellen. Het omgevingsplan heeft geen wettelijke looptijd. Het is aan de gemeente zelf om te beoordelen wanneer een omgevingsplan geactualiseerd of gewijzigd moet worden.
Artikel 4.1 Ow bepaalt dat gemeenten in het omgevingsplan regels kunnen bepalen voor activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving. Artikel 4.2 Ow bepaalt dat het omgevingsplan regels kan bevatten met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties.
Rechtsgebied | Publiekrecht > Omgevingsrecht |
Citeertitel | Omgevingswet |
Artikel | 2.4, 4.1, 4.2 |
Geldig vanaf | Invalid Date |