Beta
versie -
Delen:

Neem regels over voedselverspilling op in het omgevingsplan

Juridische houdbaarheid
Gemiddeld
Invloed
Hoog
Overheidslaag
Gemeentelijk  
R-ladder
R1 - 
R6  

In het omgevingsplan kunnen gemeenten regels opnemen om voedselverspilling tegen te gaan. Dat kan door het stellen van algemene regels, een informatieplicht, een meldplicht of een vergunningplicht.

Hoe kun je het omgevingsplan toepassen?

In het omgevingsplan kan de gemeente locaties aanwijzen waar het is toegestaan om circulaire activiteiten uit te voeren, zoals het oprichten van een voedselhub, moestuinen of een pluktuin. Door het expliciet toestaan van circulaire activiteiten op locaties, worden eigenaren van die locaties uitgenodigd om hun grond voor deze activiteiten te gebruiken.

In het omgevingsplan kunnen ook algemene regels of andere instrumenten worden opgenomen:

  • Algemene regels voor bepaalde activiteiten. Iedereen die deze activiteiten uitvoert, moet zich aan die regels houden.
  • Informatieplicht. Daarmee verplicht de gemeente dat bepaalde informatie moet worden ingediend, zoals inzicht in de hoeveelheid voedselverspilling. Lees hier meer over bij het instrument ‘Gebruik een informatieplicht om voedselverspilling tegen te gaan’
  • Meldplicht. Daarmee worden initiatiefnemers verplicht een activiteit eerst te melden voordat met de activiteit kan worden gestart. Lees hier meer over bij het instrument ‘Vraag om gegevens over voedselverspilling bij de meldplicht’
  • Vergunningplicht. Er kan ook een vergunningplicht worden ingevoerd voor bepaalde activiteiten, zoals voor horecabedrijven, markten, standplaatsen en evenementen. Lees hier meer over bij het instrument ‘Gebruik een vergunningplicht om voedselverspilling tegen te gaan.’

Uit de praktijk

Het omgevingsplan is een nieuw instrument. Vooruitlopend op de Omgevingswet is geëxperimenteerd met het omgevingsplan, ‘het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte’ genaamd. In onderstaande voorbeelden is dit bestemmingsplan onder meer ingezet voor het tegengaan van voedselverspilling.

  • In gemeente Helmond wordt een wijk ontwikkeld waar ruimte wordt geboden voor innovatie: Brainport Smart District. In dit project worden de nieuwste technieken en inzichten gebruikt om te komen tot een prettig leefklimaat dat de aarde niet verder belast. Dat betekent: energiepositief, CO2-negatief, een circulaire waterketen, een materialenbank, lokale productie van voedsel, nieuwe mobiliteitsconcepten en veel aandacht voor gezondheid en voor data- en energiecoöperaties. Het bestemmingsplan Brainport Smart District biedt hiervoor ruimte. Het bestemmingsplan is nog niet onherroepelijk vastgesteld.
  • In Boekel is een Ecodorp gerealiseerd. De woningen in het dorp zijn zoveel mogelijk gebouwd met organische, herbruikbare materialen. Daarnaast zijn de woningen duurzaam. Zo zijn ze goed geïsoleerd, gebruiken ze zonne-energie en hebben ze composttoiletten waarvoor geen spoelwater nodig is. Ook heeft het dorp onder meer een eigen voedselbos. Hier worden verschillende gewassen gekweekt. Het Ecodorp is geregeld in het bestemmingsplan De Run, Boekel.

Voorwaarden

  • In haar omgevingsplan hoeft de gemeente niet specifiek te bepalen wat er in welk gebied komt. Dit geeft ruimte om een ontwikkelingsgebied met randvoorwaarden te bestemmen. Daardoor is er veel ruimte om een gebied binnen die randvoorwaarden in te richten.
  • Door het toestaan van bepaalde activiteiten op bepaalde locaties kan de gemeente niet afdwingen dat de eigenaar van die locaties deze activiteiten ook werkelijk moet uitvoeren.
  • Het omgevingsplan kan zowel verbods- als gebodsbepalingen bevatten.
  • Wat onder de fysieke leefomgeving valt, is nog niet helemaal duidelijk. Daarover zal de rechtspraak van de bestuursrechter duidelijkheid moeten geven.

Juridische toelichting

Op grond van artikel 2.4, eerste lid, Omgevingswet moet de gemeenteraad een omgevingsplan vaststellen. Het omgevingsplan heeft geen wettelijke looptijd. Het is aan de gemeente zelf om te beoordelen wanneer een omgevingsplan geactualiseerd of gewijzigd moet worden.

Artikel 4.1 Ow bepaalt dat gemeenten in het omgevingsplan regels kunnen bepalen voor activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving. Artikel 4.2 Ow bepaalt dat het omgevingsplan regels kan bevatten met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties.

RechtsgebiedPubliekrecht > Omgevingsrecht
CiteertitelOmgevingswet
Artikel2.4, 4.1, 4.2
Geldig vanafInvalid Date