Via een voorkeursrecht kan het Rijk, de provincie of de gemeente (verouderde) bouwwerken opkopen dan wel onteigenen. Doel van deze vorm van aankoop is het verkrijgen van een hernieuwd en vergroot aandeel van de overheidsgronden. Door bouwwerken en grond op te kopen, kan de overheid projecten voor verbouw en/of nieuwbouw circulair aanbesteden of de grond onder circulaire voorwaarden uitgeven.
Middels de aanbestedingsprocedure of gronduitgifteprocedure, kan duurzaam bouwen worden uitgevraagd. Zo kan een strengere MPG-norm worden gesteld, dan wettelijk is vastgelegd. Dit stimuleert circulaire windturbines.
De MPG is een indicator die in een getalswaarde de milieuprestaties van een gebouw weergeeft op basis van een levenscyclusanalyse. Van verschillende levensfases van een gebouw wordt de milieudruk bepaald. De levensfases zijn: Productie, Bouw, Gebruik, Sloop, Hergebruik. Onder milieudruk vallen de gebruikte energie en grondstoffen, de geproduceerde uitstoot en afvalstoffen. De milieudruk (uitgedrukt in euro’s) wordt afgezet tegen de oppervlakte en verwachte levensduur van het gebouw. Gebouwen die meer circulair zijn leiden zo tot een lagere MPG-score. De wettelijk minimale MPG-norm voor kantoren is 1,0. Voor woningen geldt 0,8. Beide worden geleidelijk verzwaard tot 0,5 in 2030. Dit volgt uit het Bouwbesluit 2012.
Onteigening is een zeer zwaar middel en moet daarom gezien worden als laatste mogelijkheid.
Op grond van artikel 11.1 Omgevingswet kan onteigening van onroerende zaken als bedoeld in artikel 14 van de Grondwet plaatsvinden in het algemeen belang van het ontwikkelen, gebruiken of beheren van de fysieke leefomgeving. Hierbij dienen de criteria onteigeningsbelang, noodzaak en urgentie in de zin van artikel 11.5 Omgevingswet zwaar te worden meegewogen. Daarnaast dient op grond van artikel 11.7 Omgevingswet te worden onderbouwd waarom de onteigening noodzakelijk is.
Rechtsgebied | Publiekrecht > Omgevingsrecht |
Citeertitel | Omgevingswet |
Artikel | 11.1 |
Geldig vanaf | Invalid Date |