
Stuur op circulair door samenwerking met omgevingsdiensten
Gemeenten en provincies werken samen met omgevingsdiensten rond het toetsen van vergunningaanvragen over het verwaarden van organische reststromen. De bevoegdheid voor het organiseren van deze samenwerking gaat vaak via mandaat.
Hoe kun je sturen via een mandaat?
De overheid heeft de mogelijkheid om, zowel in specifieke situaties als in algemene zin, instructies te geven aan de omgevingsdienst bij de uitvoering van zijn bevoegdheden (art. 10:6, eerste lid Awb).
In de praktijk worden naast het mandaatbesluit instructies en werkafspraken in een nadere overeenkomst vastgelegd.
Op deze manier kunnen de gemeenten en provincies invloed blijven uitoefenen en een bepaalde kwaliteit waarborgen.
De algemene of specifieke instructies kunnen de Omgevingsdienst ondersteunen in het beoordelen van de vergunningverlening rond organische reststromen. De instructies bieden namelijk handvatten, zorgen voor richting en kunnen leiden tot gedeelde verantwoordelijkheid.
Daarnaast kan de overheid bij de omgevingsdienst bepaalde informatie opvragen. Dit wordt de inlichtingenplicht genoemd (art. 10:6, tweede lid, Awb).
De overheid kan op deze manier inzicht krijgen in de specifieke belemmeringen voor organisaties bij de verwerking van bepaalde organische reststromen.
De overheid kan vervolgens acteren door beleid aan te passen of de organisaties te ondersteunen via bijvoorbeeld subsidies.
Hoe kun je via het mandaatbesluit sturen op hoogwaardige verwaarding organische reststromen?
Voor het verwerken van organische reststromen tot een bodemverbeteraar heb je al snel een nodig.
Een omgevingsvergunning is bijvoorbeeld nodig in de volgende gevallen:
- Voor het verwerken van GFE/T van meer dan één huishouden, of bioafval van bedrijven, sportverenigingen en scholen. Dit wordt namelijk gezien als bedrijfsmatige activiteit.
- Voor het exploiteren of opzetten van kleinschalige en grootschalige verwerkingsinstallaties, zoals wormenhotels en biovergisters.
- Om de verwerkte organische reststroom te erkennen als bodemverbeteraar in plaats van een afvalstof. Denk bijvoorbeeld aan compost voor pot- of tuingrond, of voor de akkerbouw.
De omgevingsdienst beoordeelt de omgevingsvergunningaanvragen rond GFE/T en bioafval voor de gemeente en provincie op basis van het mandaatbesluit.
Om de omgevingsdiensten te sturen en te ondersteunen in de beoordeling van omgevingsvergunningen rond het hoogwaardig verwerken en toepassen van hergebruik van organische reststromen, kunnen gemeenten en provincies de volgende maatregelen nemen:
- Neem organische reststromen op in de omgevingsvisie
Zorg dat al het beleid rond GFE/T van huishoudens en bioafval van bedrijven concreet en met duidelijke doelstellingen in de omgevingsvisie staat. Dit vormt de basis voor de activiteiten van de omgevingsdienst. - Neem duidelijke regels op in het omgevingsplan
Zorg dat je duidelijke regels rond hoogwaardige GFT/E en bioafvalinzameling en verwerking in het omgevingsplan benoemt. De omgevingsdienst toetst elke vergunningaanvraag aan de regels uit het omgevingsplan. - Borg informatie-uitwisseling en kennisontwikkeling via informatieplicht in mandaatbesluit
Het kan voorkomen dat omgevingsdiensten afwijzend reageren op initiatieven rond GFE/T en bioafval, terwijl andere omgevingsdiensten dezelfde aanvraag wel zouden accepteren. Door goede algemene en specifieke instructies/spelregels in het mandaatbesluit op te nemen, kunnen overheden met de omgevingsdienst in gesprek over kansen en risico’s voor organische reststromen.
In het mandaatbesluit kan ook een informatieplicht worden opgenomen, waardoor de omgevingsdienst bepaalde informatie aan de gemeente of provincie moet verstrekken over de motivering rond het afwijzen van bepaalde vergunningaanvragen. In algemene zin is het raadzaam informatie-uitwisseling en kennisdeling te verpichten, tussen gemeenten, provincies en de omgevingsdiensten, over innovaties en mogelijkheden rond het hergebruik van organische reststromen. Overheden kunnen hiervan leren en in samenwerking met de omgevingsdienst de ruimte voor circulaire economie vergroten. - Stimuleer samenwerking rond pilots
Om duurzame projecten van de grond te krijgen, moeten er meer pilots worden toegelaten. Omgevingsdiensten beoordelen deze pilots veelvuldig vanuit hun eigen perspectief. Dit kan leiden tot onwenselijke verschillen tussen gemeenten, provincies en omgevingsdiensten.
Zorg daarom voor een goede en transparante communicatie en onderlinge samenwerking. Stel gezamenlijk duidelijke algemene en specifieke instructies op over het omgaan met pilots rond het verwaarden van organische reststromen. Een voorbeeld hiervan is ook het instrument Neem een proefnemingsvoorschrift op in een omgevingsvergunning.
Uit de praktijk
Bij ons zijn nog geen voorbeelden bekend van dit instrument. Ga jij er mee aan de slag? Laat het ons dan weten.
Voorwaarden
- Er is geen wettelijke grondslag voor een mandaatbesluit vereist. Een provincie of gemeente mag in principe dus altijd mandaat verlenen, tenzij uit een wet volgt dat dit verboden is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij regelgevende bevoegdheden van decentrale overheden.
- Mandaat kan gebruikt worden voor een ondergeschiktheidsrelatie. De omgevingsdienst moet zich altijd verantwoorden richting de decentrale overheid.
- De decentrale overheid kan altijd ook zelf de bevoegdheden uitoefenen, ook al is er mandaat aan de omgevingsdienst verstrekt. De gemeenten en provincies blijven namelijk eindverantwoordelijk voor de beslissingen van de omgevingsdienst.
- De intrekking van een mandaatbesluit is altijd mogelijk.
Juridische toelichting
In afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) staan de regels over mandaat beschreven. Daarnaast wordt beoogd een landelijk dekkend netwerk van omgevingsdiensten in te stellen. De basistaken van de omgevingsdienst zijn in artikel 13.12 en bijlage VI van het Omgevingsbesluit beschreven.
Rechtsgebied | Publiekrecht > Contracten |
Citeertitel | Algemene wet bestuursrecht (Awb) |
Artikel | 10.1.1 |
Geldig vanaf | TBD |